Vechtscène



Om te bekomen van alle emoties schrijf ik alles van me af bij Johan. Bekomen?
Het blijft een mentale inspanning, maar één waar je  wel tijd voor wil maken en er uiteindelijk een innerlijke voldoening aan hebt. Alleen lijkt me de deadline voor deel drie van Dalca iets te dichtbij, te snel en kwaliteit moet voorgaan op kwantiteit. En dat vindt Johan gelukkig ook. Dus we zien wel, we doen wat we kunnen maar forceren niets en zo valt er toch een klein beetje druk van mijn schouders.
Druk mag, maar niet teveel, want het moet fijn blijven, schrijven doe je omdat je iets kwijt wil, iets wil vertellen en omdat het je een zekere energie geeft. Niet voor het geld, dat is een schot in het duister, dat weet je nooit en lijkt zoals het nu gaat nog steeds meer op vrijwilligerswerk dan op geld verdienen. Schrijven doe je ook omdat het deel uitmaakt van wie jij bent of wil zijn.

Goed schrijven
daarentegen is nog iets anders, daar komt op de één of andere manier die brok extra vakmanschap bij en het restje je-ne-sais-quoi of je authentieke zelf. Anderzijds mogen deze eisen (die je vaak jezelf oplegt) je niet weerhouden om jouw verhaal te vertellen, zo goed als je kan.
Zeven bladzijde schreef ik vandaag in één roes, een techno roes.

Het paste het beste bij de vechtscène die ik nu uitwerkte. Het gevecht zelf duurde maar twee bladzijden maar de opbouw en de afbouw erna zijn even belangrijk. Het ‘vechten’ beschrijf ik dan tussen de belangrijkste personages: een close combat, zowel intern als extern. Dat maakt het interessanter dan een volledig strijdtoneel uit te schetsen. De situatie zelf teken ik wel uit op voorhand in een grondplan zodat de beschrijvingen in het begin (deel van de opbouw) kloppen, om dan naar het ultieme mind blowing gevecht te gaan.


Op het ritme van beats
gaat dit eens zo vlot, totdat je merkt dat het al laat in de namiddag is en je bijna de aankomst van Parijs-Roubaix mist. Dan is het tijd om te stoppen en je nog een half uurtje sportplezier te gunnen. Net niet, die vijfde kassei voor Tom Boonen. Net niet. Fuck. Ik haat kasseien, maar ik kijk er wel graag naar.

Daarna is het tijd om verder te schrijven, hier word ik niet onderbroken, ik kan blijven schrijven tot de maag gromt en m'n brein het begeeft of er zombies het huis binnenvallen.

Reacties

Populaire posts

Contact

Naam

E-mail *

Bericht *