Vrijwilligers zorgen voor meer integratie
Tussen de schrijfweekends en de research voor
de verhalencyclus De demonen van Dalca
door, krijg ik sinds ik werk voor het asielcentrum ook zeer veel mails van mensen die
zich vrijwillig aanbieden om te komen helpen in het noodopvangcentrum (OC) te
Lommel. Deze job, en de bijhorende indrukken rond het thema asiel, drukt niet
alleen zijn stempel op mijn schrijven maar ook op mijn denken.
Wat me het meest opvalt is de inzet van deze vrijwilligers en hoe zij vanuit hun open houding voor een betere integratie zorgen, een vermenselijking.
Zo hebben er zich momenteel al meer dan honderdveertig vrijwilligers aangemeld bij ons en daarbovenop nog eens een groot aantal organisaties. Mensen die zich willen inzetten om de vluchtelingen die hier verblijven een hart onder de riem te steken. Het is echt ongelooflijk hoe zij zin willen geven aan al de onzin die er rond het asielgebeuren zweeft. Hoe zij weigeren online de grootste rotzooi mee te volgen, maar gewoon beslist hebben hun hand uit te reiken en te leren van elkaar.
Omdat zich zoveel vrijwilligers aanboden besloot ik, eveneens samen met enkele vrijwilligers, iedereen te verdelen in werkgroepen. Clusters van mensen die zich graag willen inzetten op één bepaald terrein, zoals het sorteren en uitdelen van kledij, het organiseren van activiteiten; een vrouwenwerking, een kinderwerking, yoga- en stiltesessies enz. Vanuit elke groep duiden we een coördinator aan, die dan weer verslag uitbrengt bij mij. Zo verhinderen we dat alles door elkaar loopt en behouden we enig zicht op de planning. Want veel ruimte is er niet en de ruimte die er is, is natuurlijk bedoeld als huisvesting voor de mensen op dit tijdelijke kampeerterrein.
Momenteel zijn we actief met een dertiental werkgroepen. Sommige vrijwilligers zitten zelfs in verschillende werkgroepen tegelijkertijd. Het kan zijn dat je tijdens het geven van Nederlandse lessen merkt dat ze echt wel beschikken over heel wat competenties en je aansluit bij de “competentie paspoort” groep, waar je meehelpt aan het bouwen van een online curriculum.
"Naar aanleiding van de week van de vrijwilliger dan ook deze kleine ode aan die vrijwilliger."
Wat me het meest opvalt is de inzet van deze vrijwilligers en hoe zij vanuit hun open houding voor een betere integratie zorgen, een vermenselijking.
Zo hebben er zich momenteel al meer dan honderdveertig vrijwilligers aangemeld bij ons en daarbovenop nog eens een groot aantal organisaties. Mensen die zich willen inzetten om de vluchtelingen die hier verblijven een hart onder de riem te steken. Het is echt ongelooflijk hoe zij zin willen geven aan al de onzin die er rond het asielgebeuren zweeft. Hoe zij weigeren online de grootste rotzooi mee te volgen, maar gewoon beslist hebben hun hand uit te reiken en te leren van elkaar.
Omdat zich zoveel vrijwilligers aanboden besloot ik, eveneens samen met enkele vrijwilligers, iedereen te verdelen in werkgroepen. Clusters van mensen die zich graag willen inzetten op één bepaald terrein, zoals het sorteren en uitdelen van kledij, het organiseren van activiteiten; een vrouwenwerking, een kinderwerking, yoga- en stiltesessies enz. Vanuit elke groep duiden we een coördinator aan, die dan weer verslag uitbrengt bij mij. Zo verhinderen we dat alles door elkaar loopt en behouden we enig zicht op de planning. Want veel ruimte is er niet en de ruimte die er is, is natuurlijk bedoeld als huisvesting voor de mensen op dit tijdelijke kampeerterrein.
Momenteel zijn we actief met een dertiental werkgroepen. Sommige vrijwilligers zitten zelfs in verschillende werkgroepen tegelijkertijd. Het kan zijn dat je tijdens het geven van Nederlandse lessen merkt dat ze echt wel beschikken over heel wat competenties en je aansluit bij de “competentie paspoort” groep, waar je meehelpt aan het bouwen van een online curriculum.
Alles kan, als het maar vanuit een goede
communicatie gebeurt en planningsgewijs in overleg met het team van het OC. Een
project binnen een project, zeg maar.
Deze vorm van samenwerking is voor mij een bewijs van integratie vanuit de bron.Van bij het begin dat zij hier zijn, wordt er met hen gewerkt. De asielzoekers hier worden niet bij de hand genomen, maar op gelijkwaardig niveau behandeld, er wordt samen ontdekt en geactiveerd.
Door elkaar beter te leren kennen ontstaat er
een soort wederzijdse integratie.
Mooi is dat. Als je vanuit zo’n instelling de mensen leert kennen, ook al loopt
het misschien niet altijd even vlot, heb je al een veel realistischer beeld van
elkaar en van de wereld rondom asiel. Dit model van inzet binnen het OC, in
samenwerking met geëngageerde collega’s, is voor mij een modelvoorbeeld. Het zorgt niet alleen voor een gemoedelijke
sfeer binnen het opvangcentrum, maar is ook een eerste stap naar een werkbare
integratie; een leren samenleven en vooral een vermenselijking na onmenselijke
gebeurtenissen. Wat ik hier zie gebeuren ontroert me en geeft hoop.
Tegelijk
maakt het me ook onzeker.
Ik kan niet iedereen evenveel betrekken en het is onmogelijk om bij zo’n grote populatie van asielzoekers en vrijwilligers iedereen evenveel aandacht te schenken. Onvermijdelijk lopen dingen soms ook mis. Deze mensen dragen zware bagage met zich mee, verschillen zijn er nu eenmaal en de opvangstructuren zijn wat ze zijn; bed, bad, brood. Ook heeft elke cultuur zijn eigen gewoontes, die je niet zomaar kan negeren.
Ik kan niet iedereen evenveel betrekken en het is onmogelijk om bij zo’n grote populatie van asielzoekers en vrijwilligers iedereen evenveel aandacht te schenken. Onvermijdelijk lopen dingen soms ook mis. Deze mensen dragen zware bagage met zich mee, verschillen zijn er nu eenmaal en de opvangstructuren zijn wat ze zijn; bed, bad, brood. Ook heeft elke cultuur zijn eigen gewoontes, die je niet zomaar kan negeren.
Groepen scheiden, bijvoorbeeld de landen of culturen bij elkaar zetten en hen aparte opvang aanbieden, lijkt me geen goed idee. De basis is en blijft leren samenleven met elkaars verschillen.
En dat begint hier. Waardering geven, luisteren en er tegelijkertijd over waken dat bepaalde tradities of meegezeulde conflicten niet opgedrongen worden aan anderen. Een niet evidente evenwichts-oefening. Het probleem stelt zich pas echt wanneer er iets mis gaat. Want dan krijgt het meteen zeer veel aandacht in de media. Vooral dat maakt me bang.
Dankzij het werk van de
vrijwilligers en de collega’s in het OC verloopt alles rustig. Ik hoop dat dit
ook zo blijft. Want de media teert op
drama. Dat blijft immers langer hangen dan positief nieuws. Om één
negatieve gebeurtenis te counteren heb je al honderden positieve berichten
nodig. Het is als met een eerste indruk. Als er iets mis gaat bij die eerste
indruk, kost het je ook veel meer moeite om dat weer recht te zetten en moet je
je blijven bewijzen, blijven bewijzen dat je bedoelingen goed zijn, dat je bent
wie je bent en dat dit oké is. Dat is vermoeiend.
Hoe dan ook, wat ik hier zie gebeuren maakt me
blij. Vanaf het begin al, als reactie op negatieve reacties, werd en wordt er
hier gewerkt aan wederzijdse integratie. Hulp zonder meer, met een boodschap
die gegeven wordt dat alles beter kan en dat we in een land leven waar er
mogelijkheden zijn, van waar je ook komt en wie je ook bent.
Dank aan deze vrijwilligers. Dank voor deze boodschap en voor dit stukje geschiedenis hier in Lommel.
Wij hebben parels op het parelstrand en daar ben jij er één van.
BeantwoordenVerwijderen