De bladeren vallen van de bomen af

De zomer is voorbij. Het dromen alsof je in een diep bad springt, onder blijft tot je naar adem snakkend boven komt en gilt van plezier, is niet meer. Tenzij je een indoor zwembad induikt en je wacht tot de benen over je heen gezwommen zijn en hoopt op de zon die doorpriemt over het oppervlak.

Nu is het de periode van het denken, van weet je wat, dat ga ik doen, dat tot het goed genoeg is. Maar niet zoals het moet, volgens de regels, volgens de kunde van het druk zijn. Die drukte ga ik uit de weg. Ik zomer nog na. 


  

Het is oké zo, ik ga de nacht in waar het water niet te diep staat. Ik woel over de bodem, stuiter wat op en neer en laat me drijven tot het water weer helder ziet. Ik zwem mezelf de geschiedenis in, terwijl ik woorden achterlaat en indrukken die ik bij momenten liever niet had gemaakt. Toch, het is de Indian Summer waarin ik verzeild ben geraakt die me de stuipen op het lijf jaagt.

Ik reis heen en weer, richting de grote stad en terug naar het platte land omdat het zo gaat, omdat ik die soort rust niet laten kan en tegelijk het avontuur opnieuw aan me trekt. Ik balanceer tussen de twee en roep en gooi en smijt en heel, heel die klanken van de mannen en vrouwen die me zo intens pijn deden dat ik schreeuw en schreeuw en zwem, baantje na baantje, kilometers lang, tot de rust weerkeert.

Waarna ik nog een laatste keer naar adem hap en onder water keer, afgesloten van de wereld rond me, vervolgens opduik en me laven zal onder een koude douche. Wakker en opnieuw klaar voor de rit naar het onbekende, naar wat ik wil waar ik naartoe ga, tot het stopt en ik ergens aankom waar ik hoor te zijn?

Nog één baantje, ik trek even door, zwaai met m’n armen breed over het oppervlak en ga, snel en dan weer traag terwijl ik boven naar zuurstof hap. Kijk naar me, vaders en moeders van lang geleden, ik ben het en ik wil je niet vergeten, hoe hard ik ook probeer.

De douche spoelt weg wat weg moet. De zomer is niet meer, de winter daagt op. Of het bar koud wordt, betwijfel ik. Er is de nadorst van de natuur die zweert bij wat er niet is gebeurd en ons laat weten: dat was het dan. De winter is niet meer, de zomer weg, de herfst een leven lang nog en dan, dan kunnen we misschien vrienden zijn.

Duizenden bladzijden die een leven moeten vatten schreef ik. Nog enkele woorden. Het laatste hoofdstuk moet nog komen. Ik stel het uit. Ik doe wat men van me verlangt. Ik herhaal graag, het is de kick van het opnieuw ontdekken en vergeten.

Terwijl ik reis van het lege naar het volle en terug. Totdat ik er zelf uitstap. 

 

 


                                             Witte was van Goldband

Reacties

Populaire posts

Contact

Naam

E-mail *

Bericht *