Schrijven in maart
Om negen uur werd ik wakker en kon nog steeds doorslapen als
ik wilde. Ik wilde niet, want het was tijd om aan de derde van Dalca, Levensgif,
verder te werken. Eerst de vorige hoofdstukken herlezen en dan verder werken aan
de nieuwe hoofdstukken. Johan had nog goed zitten corrigeren in mijn
hoofdstukken, maar had zelf nog niet veel geschreven de laatste twee weken. Dat
kwam door de drukte van de Jeugdboekenweek. Ook ik kwam er niet toe, te druk
daar in het opvangcentrum, druk en indrukken die je bijblijven en niet loslaten
wanneer je in je bed kruipt.
De deadline begint echter wel te wegen.
De deadline begint echter wel te wegen.
Door het snelle vertrek gisterenavond was ik mijn toiletgerief vergeten mee te nemen, dus de enige echte buitenlucht van de dag was naar de drogisterij, Di. Een Kruidvat hebben ze hier niet.
Onderweg naar de
tandenborstel, aftershave en scheermesjes spraken Johan en ik over Dalca en
hoe de trilogie bijna zijn einde naderde. Over een eigen vzw en over subsidies ook.
Subsidies voor lezingen die organisaties kunnen aanvragen als je meer dan één
boek geschreven hebt. Mijn theaterwerk, poëzie en scenario’s zouden niet
meetellen. Drie boeken samen geschreven wellicht ook niet. Mijn kortverhalen
zijn ondertussen nog op zoek naar een uitgever. Dus het wordt tijd voor een
eerste roman van eigen hand. Dat zou een mooi project zijn na de Dalca
trilogie.
Er is nog tijd, je kan het ook op latere leeftijd, denk aan
je gezin en de financiële situatie: hoor ik stemmen in mijn achterhoofd zeggen.
Maar ik heb er behoefte aan en kan er tijd voor nemen, ook al is het maar af en
toe een weekendje schrijven. De eerste ideeën dringen zich al op, gelukkig.
De namiddag
verliep moeizaam.
De eerste woorden namen hun tijd. Ook is mijn “bureautje” boven nu vervangen door een imponerende synthesizertafel. Een tafel die niet gebouwd is om aan te schrijven; het staat hoger dan normaal waardoor ik al snel last begin te krijgen van opgetrokken schouders tijdens het schrijven. Johans tweede passie is muziek en de kamer waar ik nu slaap wordt stilaan een echte muziekkamer. Ik gun het hem van harte, maar besluit om dan toch maar gewoon beneden aan de eettafel te gaan schrijven.
Het wordt stilaan tijd voor me om ook andere schrijfplaatsen te gaan zoeken, elders. Zodat ik niet steeds afhankelijk ben van Johans ruimte. Ik wil uiteindelijk een eigen ruimte, maar daar zal ik nog hard moeten voor werken.
De eerste woorden namen hun tijd. Ook is mijn “bureautje” boven nu vervangen door een imponerende synthesizertafel. Een tafel die niet gebouwd is om aan te schrijven; het staat hoger dan normaal waardoor ik al snel last begin te krijgen van opgetrokken schouders tijdens het schrijven. Johans tweede passie is muziek en de kamer waar ik nu slaap wordt stilaan een echte muziekkamer. Ik gun het hem van harte, maar besluit om dan toch maar gewoon beneden aan de eettafel te gaan schrijven.
Het wordt stilaan tijd voor me om ook andere schrijfplaatsen te gaan zoeken, elders. Zodat ik niet steeds afhankelijk ben van Johans ruimte. Ik wil uiteindelijk een eigen ruimte, maar daar zal ik nog hard moeten voor werken.
De volgende bladzijden vloeiden er op automatische piloot uit. Om 18 uur was m’n batterij helemaal leeg. Ik stopte ermee. De afgelopen maand eiste zijn tol. Morgen uitslapen, zwemmen en beter schrijven.
Reacties
Een reactie posten