Schrijfweek einde zomer
Dag 1
Deze ochtend om kwart
voor 10 vertrok ik naar Brussel, geen noemenswaardige problemen onderweg. Enkel
de ‘Desiro’ trein die rijdt tussen Antwerpen en Brussel kon me niet bekoren.
Meer dan een half uur niet echt kunnen werken op je laptop en als er dan een vierzit is vind je slechts zo’n klein tafeltje net groot genoeg voor een tablet. Niet de ideale trein om te schrijven onderweg.
Meer dan een half uur niet echt kunnen werken op je laptop en als er dan een vierzit is vind je slechts zo’n klein tafeltje net groot genoeg voor een tablet. Niet de ideale trein om te schrijven onderweg.
’s Middags, even kortsluiten
met Johan hoe we de week plannen. Een week die ik telkens vrij wil houden van
andere bekommernissen, iets wat steeds moeilijker lukt wegens werk en andere
verplichtingen die zich opdringen, je zou als het ware echt even van de wereld
moeten kunnen verdwijnen. En hoe meer je verbonden bent met de ‘Global Village’ en haar digitale hemel hoe
moeilijker het is om even rust te vinden.
In de namiddag
overliepen we de opmerkingen die we nog plaatsten in Dalca, Bloedverwanten.
Ik keek nog correcties na en daarna mocht ik de eerste hand leggen aan de epiloog, het definitief einde van DalcaII. Het was al laat ondertussen en dat reserveerde ik dan liever voor morgen. Vlak voor en na het bezoek aan vriend Iq, een Bengaalse vriend van me uit m’n Leuven periode die sinds een maand te horen kreeg dat hij longkanker had met uitzaaiingen.
Ik keek nog correcties na en daarna mocht ik de eerste hand leggen aan de epiloog, het definitief einde van DalcaII. Het was al laat ondertussen en dat reserveerde ik dan liever voor morgen. Vlak voor en na het bezoek aan vriend Iq, een Bengaalse vriend van me uit m’n Leuven periode die sinds een maand te horen kreeg dat hij longkanker had met uitzaaiingen.
Morgen heeft hij een
vrije dag uit het hospitaal en wil hij nog wat zaken regelen in het Leuvense
centrum en met enkele vrienden mosselen friet gaan eten om erna met diegene die
kan en wil nog iets te gaan drinken. Steeds meer kom ik in mijn vriendenkring en
nabije omgeving mensen tegen met kanker. En ik vind het vreselijk en tegelijk
zie ik ook hoe elk van hen er op hun eigen moedige manier mee omgaan. Dat verdient
respect. Zelfs als zij de moed zouden verliezen of het gaat niet meer om het
hoofd recht te houden terwijl angst en verdriet aankloppen, ook dat verdient
respect, respect voor zij die strijden en leren loslaten.
Alles gaat verder en
alles gaat door, goed, kwaad, fout of niet en ondertussen korten onze zomers en
worden mijn haren grijzer zonder echt veel wijzer te worden, zo lijkt het
althans.
Reacties
Een reactie posten