Rust vs Onrust
Onderweg met de trein en het is
alsof ik op de vlucht ben voor een burn-out of één of ander ding dat me wil
inhalen en neerslaan. Stom omdat ik nog steeds het gevoel heb niet echt gewerkt
te hebben, omdat het lijkt alsof ergens voor mij het echte werk nog moet
beginnen.
Het is net een eindeloze slaap die me achtervolgt en me wil inhalen terwijl ik er niet aan toegeef. Ik ben op, bijna op. Sinds de workshopweek, een tijdje terug nu, heb ik geen dag rust meer gekend, geen recup. Verlofdagen dienen om even tot rust te komen, maar voor mij zijn ze volgeboekt, ook al is schrijven het meest ontspannende en ben ik dankbaar voor het feit dat ik me even kan terugtrekken om te schrijven (een weekendje deze keer). Toch blijft ook dit mentaal werken.
Het idee dat er dan ondertussen nog ander werk op je ligt te wachten maakt het mentaal eens zo zwaar, je moet het even echt van je kunnen afzetten, in die zin is het schrijven misschien wel de reden waarom ik het zo lang volhoud en net niet crash. Andere rustpunten zijn een uitstapje met de kinderen of een toertje met de fiets, maar zelfs dat is de laatste maanden weinig aan bod gekomen.
Het is net een eindeloze slaap die me achtervolgt en me wil inhalen terwijl ik er niet aan toegeef. Ik ben op, bijna op. Sinds de workshopweek, een tijdje terug nu, heb ik geen dag rust meer gekend, geen recup. Verlofdagen dienen om even tot rust te komen, maar voor mij zijn ze volgeboekt, ook al is schrijven het meest ontspannende en ben ik dankbaar voor het feit dat ik me even kan terugtrekken om te schrijven (een weekendje deze keer). Toch blijft ook dit mentaal werken.
Het idee dat er dan ondertussen nog ander werk op je ligt te wachten maakt het mentaal eens zo zwaar, je moet het even echt van je kunnen afzetten, in die zin is het schrijven misschien wel de reden waarom ik het zo lang volhoud en net niet crash. Andere rustpunten zijn een uitstapje met de kinderen of een toertje met de fiets, maar zelfs dat is de laatste maanden weinig aan bod gekomen.
Ook “neen” zeggen ligt me zo
moeilijk, ik ga en ga maar door, alsof ik niet alleen vlucht voor de slaap,
maar ook voor de rest van de wereld en dit al veel te lang. En ergens is die drang er bij me, die natuurlijke behoefte aan een (financiële) veilige basis en die al even noodzakelijke behoefte aan
projectmatig werken om iets te bereiken dat hoger ligt dan het alledaagse. Iets
dat me het gevoel geeft nuttig te zijn, niet alleen voor mijn directe omgeving,
maar ook voor… de ander? M’n vader? Mezelf?
De analyse houdt hier op. De lege
momenten zijn gevuld en al wat ik doe wil ik goed doen.
En als je iets goed wil doen moet je er tijd voor kunnen nemen. Tijdig
afbakenen is dan de boodschap, maar dat is niet altijd even gemakkelijk. Want
niets komt mondjesmaat, steeds komt alles in één keer en word je gedwongen tot
keuzes. Keuzes die achteraf al dan niet goede keuzes zullen blijken. Hierbij
moet je dicht bij je gevoel blijven zegt een klein stemmetje me dan of het advies
komt binnen gepopt via één of andere digitale quote op Facebook.
Maar als je gevoel helemaal
verdoofd is door een overdosis vermoeidheid, aangelengd met lustopwekkende
middelen zoals cafeïne en chocolade lijkt dat gevoel ver weg en zullen
uiteindelijk andere factoren je tot keuzes dwingen.
Hoe dan ook, ik blijf keuzes maken
en open staan voor dingen die er echt toe doen, ook al verlies ik ze soms uit
het oog door de mallemolen die je planning heet en het dagelijkse leven van deze Westerse tijd blijkt te zijn; iets oneindig relatief als je het bekijkt vanuit
het juiste perspectief en de dankbaarheid dat je je kan druk maken om dingen
die voor anderen vaak veel minder vanzelfsprekend zijn.
Net als een groots decadent opgezet feest kan je niet alles in één keer consumeren, maar moet je het stap voor stap aanpakken en glas voor glas aanheffen, zonder echt de controle te verliezen. En daar zit misschien het pijnpunt, zo hard tekeer gaan, zo vluchten van wat voor jezelf misschien die angst is om dat alles te verliezen. Terwijl, eerlijk, ook al verlies je alles; dan nog ben je wie je bent.
Je bent niet diegene die bepaald wordt door prestaties of door die spiegel die je jezelf voorhoud.
Jij bent diegene die leert omgaan met al die mooie en mindere momenten. Misschien zelfs voor jezelf gruwelijke momenten en daar word je dan steeds naar terug gesleurd, daar keer je naar terug tot je het loslaat, jezelf vergeeft en omarmt, zodat enkel het mooie kan bloeien en je leert op de één of andere manier daarvoor te vechten en dat mooie - liefde, respect en schoonheid (in de ruime zin) - net dat door te geven.
De realiteit voor me is nu eenmaal de keuze die ik maakte. De combinatie van alles om toch maar te kunnen overleven: materieel, relationeel, emotioneel en tja, spiritueel. En als alles wegvalt, is het er paradoxaal genoeg nog steeds.
Net als een groots decadent opgezet feest kan je niet alles in één keer consumeren, maar moet je het stap voor stap aanpakken en glas voor glas aanheffen, zonder echt de controle te verliezen. En daar zit misschien het pijnpunt, zo hard tekeer gaan, zo vluchten van wat voor jezelf misschien die angst is om dat alles te verliezen. Terwijl, eerlijk, ook al verlies je alles; dan nog ben je wie je bent.
Je bent niet diegene die bepaald wordt door prestaties of door die spiegel die je jezelf voorhoud.
Jij bent diegene die leert omgaan met al die mooie en mindere momenten. Misschien zelfs voor jezelf gruwelijke momenten en daar word je dan steeds naar terug gesleurd, daar keer je naar terug tot je het loslaat, jezelf vergeeft en omarmt, zodat enkel het mooie kan bloeien en je leert op de één of andere manier daarvoor te vechten en dat mooie - liefde, respect en schoonheid (in de ruime zin) - net dat door te geven.
De realiteit voor me is nu eenmaal de keuze die ik maakte. De combinatie van alles om toch maar te kunnen overleven: materieel, relationeel, emotioneel en tja, spiritueel. En als alles wegvalt, is het er paradoxaal genoeg nog steeds.
Ik ga schrijven nu, als ik terug
ben werk ik weer aan m’n werk voor school, maak ik tijd vrij thuis en zal
verder het huis renoveren wanneer het gaat. Om dan als het zover is dat vermoeidheid,
ziekte, de dood of wat dan ook mij inhaalt en dwingt te rusten, dan zal ik het recht in
de ogen kijken en zeggen, goed, goed, laat maar zien wat je kan, ik doe mee,
maar dan wel op mijn manier… voor even toch.
Reacties
Een reactie posten