De wagon

 

Ik zit in een trein die ruikt naar ouderdom en wacht op vernieuwing. Het is nog een van de eerste dubbeldekkers die op het spoor liep, getrokken door de elektrische locomotief HLE 21. Dat is toch wat de WhatsApp van mijn zoon me vertelt. Hij is gek op treinen.

 


Onderweg naar Mechelen. Een mooie stad. Het is vroeg. Ik heb er weinig zin in. Enkel het vooruitzicht om straks een dampende kop koffie tot mij te nemen houdt het ochtendleven draaglijk. De wagon is afgeladen vol en mensen zitten voorovergebogen met hun schermpje in de hand. Er is verbinding. Tegenwoordig gaat dat zo. Bij een volgende halte stapt een koppeltje op, ze gaan zitten, ringeding op het tafeltje voor hen. Ze praten. Door elkaar.


En ik? Ik schilder met kleine penseelstreken gedachten weg die deze week bleven kleven.
Als een impressionist die kleuren aanbrengt en lelijke details weglaat. Want het is zwaar geweest. Conflicten op het werk, leidinggevenden die denken dat leidinggeven moet zoals een zekere Apple-man ooit deed: If you want to make everyone happy, don’t be a leader. Sell icecream. Zulke berichten krijg je dan om 23 uur ’s avonds. Ik begrijp het. Maar niet nu. Niet zo. Kwetsbaarheid mag meer op de voorgrond komen en dat mis ik. IJs verkopen is trouwens nobel en lekker. Je maakt mensen gelukkig.

 

Iedere periode kent leiders en hetgeen vlot werkt nemen we over, maar als dat voor die nieuwe tijd niet meer werkt, dan moeten we veranderen. Ook grote leiders maken fouten en werken met de beperkingen van hun tijd. Godver, leer daar dan uit in plaats van met de vinger te wijzen.


Deze - ooit wel eens - post Covid periode schreeuwt om echt contact. Contact dat het commerciële en digitale overstijgt en naar de bron gaat. Met jezelf en diegene die dicht bij je is. Soms ook met die wildvreemde voor je of naast je zoals hier op de trein. Weinigen doen het nog, maar ergens diep vanbinnen willen we het allemaal: gehoord en gezien worden, al is het maar voor even en in real time. Of veralgemeen ik nu wat ik zelf wil en uiteindelijk niet doe?


Een man een zetel verder wordt gebeld en begint luidop te praten. Het is belangrijk aan de toon van zijn stem te horen. Ja, het zal wel. Het heeft met Brussel te maken. De dame voor me wendt haar blik naar achteren, rolt met haar ogen, neemt haar speeltje en stopt oortjes in haar oren. Ze sluit de ogen. Muziek brengt rust in je hoofd. Mondkapje op, haren witgeverfd, haar leeftijd kan ik niet schatten. Ze lijkt ouder dan zij zelf is.

Daar hoef ik geen moeite meer voor te doen.

Met mijn vrouw heb ik al meermaals die discussie gehad. Zou ik niet mijn haar verven, zoals het was? Neen, schat, je bent mooi grijs, dat hoort bij je leeftijd. Maar ik heb vrienden die nog hun originele kleur hebben? De kleur die jij nu hebt is jouw originele kleur, wees er trots op. Zij is wijs. Toch stemt het me somber en lijkt jong en speels iets uit ver vervlogen tijden. Het komt niet terug, tenzij in een herinnering waarna het je keihard in je gezicht slaat. Je lip open, bloedend op de grond, waar ben ik, wie ben ik nog? Ik mag niet te veel denken. Niet dramatiseren. Het leven is wat het is en kan mooi zijn. Elke leeftijd heeft waarde. Be proud of who you are zegt de quote van de Yogi thee voor me, klevend op mijn laptop. Ondertussen dunt mijn eens zo weelderige haardos uit als ik door mijn haren strijk. Ze dwarrelen naar beneden als blaadjes die zacht de grond kussen in de herfst wanneer een ochtendzon doorschemert.

 

Hoe ouder, hoe meer ik me verbonden voel met de natuur. Het heeft misschien te maken met dit: je zakt wat weg en je nadert dichter die aarde, je krimpt en toch groei je nog. Dat mag. Alles trager, breder en dieper. Totdat je samensmelt met die aarde en er 21 gram verdwijnt naar het onbekende, de hemel of het universum waar je lichtgewicht een nieuwe opdracht krijgt met een hopelijk langer houdbare carrosserie en je je bestemming verderzet.

 

Dat is voor later.

 

Ondertussen ben ik haast alles kwijt in mijn leven waar ik dacht op te kunnen vertrouwen. Zijn de rollen en patronen tegenovergesteld van wat ik dacht dat het zou moeten zijn, verdwaal ik als man in een genderfluïde wereld waar een knipoog naar een ander al een #MeToo kan betekenen en lig ik ’s nachts met open ogen in bed en droom dat dit allemaal snel over is.

 

Ik wil verbinden. Dat is tijdloos. Maar ik verberg me vanachter hoge struiken, coniferen en een afgebladderde houten schutting. Ik liep lang met mijn hart wagenwijd open en trapte daardoor veel in de val. Nu sluit ik af. Die deur voor mijn huis. Niet helemaal hoor. Ik schrijf, in autobio en fictie. Autofictie. Dat voelt veiliger. Dat is mijn manier om verder te reizen, net zoals een oude afgedankte wagon die overal geraakt, mensen verder helpt en toch anoniem blijft.


Ik zat in een trein die rook naar ouderdom en wachtte op vernieuwing.

 


 

 


Reacties

Populaire posts

Contact

Naam

E-mail *

Bericht *