De loopbaancoach: Talenten

Wie ben je?

Stilstaan en hulp vragen. Een belangrijke oefening die je eens om de zoveel tijd zou moeten doen. De laatste maanden was ik de richting wat kwijt. Gelukkig word ik omkaderd door professionals: een psycholoog en op haar aanraden en via de VDAB, wat je recht geeft op loopbaancheques, een loopbaancoach. Zo zou ik na enkele sessies al een duidelijker beeld moeten krijgen van hoe ik professioneel verder wil en kan. Vorige week had ik mijn eerste gesprek.

Het was alvast fijn dat zij ervan uitging dat ik echt uit een burn-out kom, ongeacht hoe het is ontstaan. “Feit is,” zei ze, “je zit thuis, je twijfelt aan alles en je voelt je leeg. Je merkt ook dat je meer energie steekt in je job dan wat je ervoor terugkrijgt. Die balans is niet meer evenredig.” Dat vatte ze goed samen. En het heeft natuurlijk ook met dat deel van die mallemolen te maken in de tijd waarin we nu leven. Het is zo dat ik ergens het gevoel heb dat ik al een tijdje iets mis, nog los van het contactloze, fysiek en digitaal afstandelijke en het ongenuanceerde (a)sociale die de online platforms uitbraken. 

Ik mis echtheid, verbondenheid én een stukje van mezelf. Iets dat ik telkens weer verlies wanneer ik overladen word door anderen, de wereld en mijn eigen impulsen. Welk stuk? Misschien net dat creatief en authentiek stuk en de ondersteuning in de zoektocht daarin. Onderweg begon ik te verdwalen in alle verplichtingen en in mijn oversized verantwoordelijkheidsgevoel. Dit ook binnen het (volwassenen)onderwijs waarin ik sta. Een plek waar ik me meer en meer machteloos voelde door het logge orgaan dat het geworden is. Ondertussen vergat ik wat echt telde. 



Wat wil je?


De coach vroeg me: “waar wil je naartoe, wat is jouw vraag?”
“Een nieuwe balans vinden tussen mijn huidige job en mijn creatief stuk - op korte termijn.” 
“Oké, en op lange termijn?”
“Een manier van werken vinden waarin ook dat creatief stuk aan bod komt en ik het gevoel heb iets te kunnen verwezenlijken, vooruit te kunnen en in beweging kan zetten, hoe klein het ook mag zijn.” Zij knikte goedkeurend en gaf aan dat het nu al belangrijk was te focussen op die lange termijn.

“Zie je huidige job als wat het is zonder je er blind op te staren en je energie er oeverloos in te verliezen. Kijk welke weg het nog opgaat en steek de rest van je energie in dat doel waar je naartoe wil. In zaken die je opladen, zodat je balans weer beter zit.”
“Maar waar moet ik me op focussen, ik weet zelf niet meer wat ik juist kan en wil?”
“Dat gaan we uitzoeken, belangrijk is dat je het verschil leert aanvoelen tussen een competentie - waar je door lering of ervaring goed in bent zonder meer, en een talent - waar je goed in bent én heel graag mee bezig bent. Filter dit dan ook, bijvoorbeeld goed kunnen leidinggeven is eerder een reeks van competenties, maar als je zegt dat je goed mensen kunt aanvoelen, hen kan begeleiden én dit geeft je energie, dan zit je meer in de talentenzone. Wat je heel graag doet, maar nog niet goed kunt is bijvoorbeeld een talent dat je nog niet hebt ontwikkeld. Daarvoor kan je dan weer een opleiding volgen.”

Mijn psychologe vulde nadien nog aan toen ik het over dit gesprek had: “Ik denk dat het belangrijk is dat je eveneens vanuit een andere houding in je job gaat staan. Niet meer vanuit dat pleasende om dan maar meteen je verantwoordelijk te voelen voor anderen en hun problemen, maar vanuit een luisterende en activerende houding waarbij je ook goed afbakent. Ga niet mee in de emoties en frustraties van anderen, die zijn van hen, niet van jou. Leg de verantwoordelijkheid ook terug bij die ander en wees als leidinggevende geen vriend die alles wel zal oplossen, maar een duidelijk richtinggevend iemand die luistert en op tijd op verantwoordelijkheden wijst.” Ook dat voelde juist aan. 


Opdrachten


De loopbaancoach gaf enkele opdrachten mee tegen de volgende sessie: “Breng je talenten eens in kaart. Wat zijn dingen die je keigraag doet? Waar kon jij je als kind al in verliezen? Waar haal je energie uit en vergeet je even de rest van de wereld?” 

Voor mij flitste al één ding meteen door mijn hoofd: Schrijven, schrijven en nog eens schrijven. Al heel vroeg, boekjes vol. Maar ook reizen (inspiratie opdoen voor verhalen) en (zelf)analyse.

En als kind? Tja, dat was vooral in de natuur – BMX-en, buiten spelen - en in de bibliotheek ‘Hoe en Waarom’- boekjes verslinden. In de woonkamer forten bouwen en verhalen creëren met Playmobil. Naar de bakker gaan en de weg daarnaartoe zien als een lang spannend verhaal waarin ik de geheim agent speelde en op missie was, of in de moestuin van mijn grootouders rondkruipen met de jeep van de Action Man vaak zelf nog verkleed als een Rambo. Ach ja, films en televisieprogramma’s kijken en naspelen. Ik had altijd al veel fantasie. Teveel fantasie is wat men mij toen op school zei.

Tot slot moest ik nog van de coach een recente cv doorsturen en kreeg ik als opdracht om eens na te denken over wat mijn droomjob zou kunnen zijn. En dat zal nu zeker geen geheim agent zijn of Rambo, neen iets gematigder denk ik dan.

Het was een goede oefening. Ik voelde dat ik nu klaar was voor dit proces. Een passage welk ik las uit Paulo Coelho’s boek - Aan de over van de Piedra huilde ik - bevestigde nog eens dit gevoel:

“Ik herinnerde mijn ouders, de ouders van mijn ouders, tal van vrienden. Ik herinnerde me hoeveel tijd ik besteed had met te strijden voor iets wat ik niet eens wilde. Waarom had ik dat gedaan? Ik slaagde er niet in een verklaring te vinden. Misschien omdat ik toen te lui was om aan andere wegen te denken. … Misschien omdat het menselijk wezen veroordeeld is om de schreden van de vorige generatie te herhalen, tot een bepaald aantal mensen zich op een andere manier begint te gedragen. Dan verandert de wereld en wij veranderen mee. Maar ik wilde niet langer op die (oude) manier leven. Het lot had me teruggegeven wat van mij was, en nu gaf het me de mogelijkheid mezelf te veranderen en te helpen de wereld te veranderen.”




Reacties

Populaire posts

Contact

Naam

E-mail *

Bericht *