Interview met Tippa
Interview door de typemachine die in de caravan geduldig wacht
Die ochtend in de caravan van
de man die dacht dat hij dichter was wilde zij vanuit haar gele jas en tippa
opsmuk de rollen omdraaien. Ze vroeg zich af waarom hij hier zo vaak verbleef
en na al die jaren terug op haar vel schreef.
“Waarom ben je hier?” vroeg ze eerst heel open en zonder meer.
“Ik ben hier omdat ik anders mijn eigen gedachten niet meer kan volgen,” zei de
man.
“En waarom sla je zo hard?”
vroeg Tippa, die het niet fijn vond dat de zwarte aanslagletters zo hard
tekeergingen telkens hij besloot nog eens haar toetsen aan te raken.
“Opdat ik ze niet zou vergeten eenmaal ze zijn opgeschreven.”
“Wat scheelt er dan met jou dat je niet wil vergeten?”
“Weet ik nog niet precies. Het is een gevoel van onrust. Ik wil wel leren mijn
beste Tippa. Ik wil evolueren, maar besef dat als ik niet op tijd stil sta ik
veel verloren laat gaan, want mijn energie drijft me steeds verder, vaak te
ver, weg van mezelf en van wat belangrijk is. Het is alsof ik vlucht van de
essentie. En als ik stilsta keer ik terug… Maar het is niet tastbaar, niet helder. Door me aan jou te geven wordt het
minder vaag. Daarvoor ben ik jou dankbaar.”
“Dat zou niet mogen lijkt me?”
“Hoezo?”
“Waarom kan je dat niet zonder mij?”
“Goede vraag mijn klein anachronisme. Ik heb ergens die vertaalslag
nodig wanneer ik op jouw letters duw.”
“Dat is triest,” zei ze met
een metaalachtige zucht zoals alleen een oude typemachine dat kan.
“Ja en neen. Ik zie het als een hulpmiddel, jij bent voor een deel mijn
levenscoach. En ik probeer die vertaalslag steeds sneller te maken en om te
zetten naar mijn dagelijks leven. Ik tracht dat gevoel, weg van die gedachten,
meer en meer toe te passen in het nu; het zijn én voelen. Dat is niet makkelijk
voor mij, een man die vooral bestaat uit ideeën, een man die meer fantaseert en
opwindt in zijn hoofd, dan effectief voelt.”
“Dat is nog steeds triest.”
“Die triestesse zit te diep in me. Ik wou dat ik het kon loslaten. Maar jij helpt daarbij. Ik schrijf en deel daarbij al een stukje van wat ik voel, dat gaat beter zo. Dat is positief en nu ben ik eindelijk zover dat ik tracht:
eerst te luisteren en te voelen,
dan daarover te praten
en tot slot te
schrijven.
Ook al doe ik er soms wat lang over. Vooral uit noodzaak en
opdat die dingen ook anderen zouden kunnen helpen. Of is dat te hoogdravend, te
ambitieus?”
“Mhh, dat mag, je mag ambities hebben, als je dan toch letters die woorden
worden die zinnen worden op me loslaat, dan heb ik liever dat ze zin geven. In
plaats van dat ze onzin meebrengen en leiden tot zaken die ik niet zou willen.
Ik ben hier al langer dan jou weet je, en al te vaak werd ik gebruikt voor zaken die niet echt nodig waren, tenzij
plots iemand besloot een echt persoonlijke brief te schrijven, dat vond ik dan
weer nuttig. Dus, hoe zielig ik het soms ook voor je mag vinden, als je iets zachter typt
vind ik het helemaal niet erg. Ik ben blij dat ik na zovele jaren van stilstand
eindelijk voor het echte werk gebruikt wordt.”
“Dat is zo Tippa, af en toe nog onzin, maar daartussenin probeer ik zin te geven, aan mezelf, mijn naasten en diegenen die het willen lezen. Dank je voor dit gesprek.”
“Graag gedaan, en nu terug
aan het werk, schrijf maar eens iets over dat water van je dat zo diep zit.”
Hij glimlachte. Juist. Dat was het. Meer moest dat niet zijn.
Reacties
Een reactie posten