Bezoek aan Claus




Via
creatief schrijven vzw schreef ik me in voor een workshop, “(her)ontmoeting met de poëzie van Hugo Claus”. De dichter die ons zou begeleiden, Peter Holvoet-Hanssen, gaf forfait. In zijn plaats kwam een lerarenopleider Nederlands, Bert Cruysweegs. Bert ving dit als heel een bekwame begeleider op.

Poëzie is een manier van leven.

We onderzochten gedichten van Claus en gingen vervolgens via enkele schrijfopdrachten aan de slag. Telkens pikte hij er een gedicht uit dat ons moest helpen om ook eens volgens thema of stijl van Claus te schrijven, al was het maar dat je een versregel uit zijn poëzie gebruik in je eigen creatie.
Vervolgens gaf hij feedback, feedback waar ik nu eens echt iets aan had. Niet van mooi, of wat bedoel je daarmee? Maar eerder technisch, bijvoorbeeld hoe een enjambement je ritme en je klemtoon in je gedicht kan versterken en hoe een oxymoron (niet logische tegenstelling) voor een interessante versregels kan zorgen.
Natuurlijk had ik ook graag deze inkijk eens gehad samen met de voormalige stadsdichter van Antwerpen, maar poëzie blijft poëzie, los van wie erover vertelt, tenzij het door iemand gebracht wordt die er geen hart voor heeft, die kan beter zwijgen. Want poëzie is meer dan wat rijmen of op gelegenheden de “Bard” uithangen.
Poëzie is een manier van kijken en van leven: ademen op een bepaald ritme en zo kunnen schrijven in beklemtoond zuchten of afgebroken schreeuwen.

Insprirerend

Claus inspireerde me, zijn woorden en verzen klinken heel vertrouwd. Lichamelijk, beeldend, metaforen en contrasten die elkaar afwisselen in een “pikant” taalgebruik, zoals de Chinese dame naast me zei. Op het einde van de sessie deden we ook een fastfood bezoek aan de tentoonstelling in het letterenhuis, die naar aanleiding van zijn tienjarig overlijden werd ingericht met Hilde Van Mieghem als curator.
Ik wist van zijn bewogen (liefdes)leven en zijn autodidactisch genie. Een man die zich al vroeg in de kijker schreef en soms keiharde keuzes maakte in functie van zijn muze; de taal of was het de vrouw?
Een man ook op vele fronten thuis. Zo zei onze schrijfcoach dat een kunstenaars genie net te herkennen is aan de vele media waarin hij zich wil uitdrukken: poëzie, literatuur, tekeningen, film, theater... Hoewel onze coach zelf dacht dat zijn poëzie het langst zou overleven.
Vele jonge mensen kennen Claus’ werk zelfs niet meer, en dat zou een culturele erfzonde zijn. Kijken en goed luisteren naar Claus zijn taal maakt je rijker. Als je dan als leraar er niet veel van kent, laat dan iemand of een organisatie zoals Jeugd en Poëzie komen om de leerlingen onze wondermooie taal te laten (her)ontdekken.

Gelijkenissen?

Wanneer hij bezig was over Claus zijn leven en vooral zijn manier van werken, werd het me even benauwd. Ik wil me zeker niet vergelijken qua niveau, maar ik herkende veel van het proces. Zoals de discipline die nodig is, de vele kladboekjes volgeschreven, de losse papieren ideetjes, zijn veelzijdigheid in de verschillende verhalende vormen en tot slot zijn keuzes. Alleen maakte hij ander keuzes en had een ander verleden, dat mee zijn leven beïnvloedde. Door de keuzes die ik maakte en het verleden eigen aan mij, werd vaderschap voor mij een prioritair gegeven en doorlopend thema in mijn schrijven. Elke artiest gaat een eigen weg, dat maakt moedig, dat maakt authentiek.

Mijn keuzes zorgen er tot hiertoe wel voor dat ik minder tijd heb om echt te schrijven en aan schrijfprojecten te werken. Financieel kan ik (nog) niet overleven van mijn verhalen. Maar als ik me stort op woorden vloeien ze als nooit tevoren, gebald in een kort tijdsbestek tracht ik er het beste uit te halen. Ooit zal dit misschien anders zijn. Maar ik kan me niet alleen op woorden toeleggen, ik heb ook heel veel nood aan interactie.

Mijn poëzie komt tot leven wanneer ik alleen ben, mijn verhalen komen tot leven wanneer ik met anderen ben.

 

Parels of zwijnen?

Benijd ik hem? Neen, alle levens en keuzes zijn anders, dat maakt het artistiek werk puur. Bij mij zal m’n oeuvre niet zo groot zijn en de ambacht misschien minder doorleeft, de oefenkansen zijn wat kleiner. Nochtans heb ik al meer dan 20 dagboekromans volgeschreven, toch zijn deze niet voor publicatie, zij zijn mijn oefenmomenten. Zo schaaf ik tussen de regels van het volwassen leven door aan wat ik mijn parels voor de zwijnen noem.

Ik denk dat iedere artistieke ziel zijn en haar tijd krijgt, soms al vroeg, soms heel laat of nadat er  reeds afscheid werd genomen van deze wereld. Een echte doorbraak heb ik zelf nog niet, gelukkig, moest het te vroeg daar geweest zijn zou ik er wellicht fout mee omgegaan zijn. Anders dan Claus, maar zeker niet beter. Tijd is ook nodig om te durven geven en je geeft niet zomaar aan iedereen je diepste wezen bloot. En als je het wel doet als verhalenmaker lijkt het soms al haast op een vorm van intellectuele prostitutie. Die grens of overgave ligt mij moeilijk. Wat is de grens? Is het nodig? Als het eerlijk is?

Het moet meer zijn dan dat, het moet goed verteld worden en universele waarden raken zonder haar eigenheid te verliezen. Nu ja, alles heeft tijd nodig in een ruimte die je zelf creëert. Dat doe ik, tot ik voel dat het juist zit en afscheid neem.

Je poëzie

Jij
verloren zaad
ontkiem in een vrij moment
-gevangen tussen twee halten-
jij
voedsel voor even
versmelt het ijs
-geklemd tussen deuren
                  die te vroeg sluiten-
verjong
het rund
en verjaag de demonen
alsof ze nooit hebben bestaan,
die duivelse idolen,
            van jouw taal



i.m. Hugo Claus 18-03-18




Reacties

  1. Blijven schrijven, blijven doen wat je graag doet. Dat is wat ikzelf ook probeer te doen. We leven tenslotte maar één keer :-).

    Blij je ontmoet te hebben. Dergelijke toevallige ontmoetingen maken het leven aangenaam. Tot schrijfs.

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten

Populaire posts

Contact

Naam

E-mail *

Bericht *